Campagne praktijktesten - zelfregulering werkt niet
Eerst het goede nieuws - een doorbraak in Brussel?
Brussels minister van Tewerkstelling Didier Gosuin (DéFi) kondigde begin december tien maatregelen aan tegen discriminatie op de arbeidsmarkt. Een daarvan is de invoering van praktijktests. Dat is een doorbraak in dit dossier.
Gosuin benadrukte in een mededeling wel dat de praktijktests 'geen provocerend karakter mogen hebben' en enkel zullen worden gebruikt 'na klachten of sterke vermoedens van discriminerende praktijken bij een bedrijf'. Het Platform Praktijktesten Nu opteert daarentegen ook voor proactieve praktijktesten.
Het is wel nog niet zeker dat de maatregel er effectief komt. Gosuin houdt immers een slag om de arm en gaat eerst aan de Raad van State vragen of het Brusselse Gewest wel degelijk bevoegd is om dergelijke controles uit te voeren.
Dan het slechte nieuws - zelfs geen zelfregulering in Vlaanderen
De federale en Vlaamse regering zetten vooral in op de piste van zelfregulering door bedrijven. Met andere woorden enkel praktijktesten door de eigen sectorvertegenwoordigers. Dat zou praktijktesten door de overheid overbodig maken.
Het Platform Praktijktesten Nu gelooft niet dat zelfregulering volstaat maar heeft toch onderzocht in hoeverre dit nu eigenlijk gebeurt of zal gebeuren. We analyseerden alle sectorconvenanten voor de periode 2016-2017, dit zijn akkoorden tussen de Vlaamse regering en de sociale partners, waarin bepalingen zouden opgenomen moeten zijn over de aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt. het resultaat was bijzonder bedroevend.
Een samenvatting van ons rapport.
De Vlaamse resolutie van oktober 2015 en de federale resolutie van mei 2015 zetten beiden in eerste instantie in op zelfregulering door de sectorale sociale partners. Zowel de Vlaamse als de federale minister van werk, werden door de parlementaire meerderheid opgeroepen om de sectorale sociale partners aan te zetten om systemen van zelfregulering in te voeren door middel van praktijktests en mystery calling. Pas wanneer zou blijken dat die er geen werk van maken of als bedrijven toch hardnekkig blijven discrimineren, zou de federale inspectie in actie mogen schieten via gerichte controles.
Anderhalf jaar na goedkeuring van de federale resolutie en een dik jaar na de Vlaamse maakt Praktijktesten Nu het bilan op van die sectorale zelfreguleringen. En dat bilan oogt niet positief.
In het inhoudelijke kader voor de sectorconvenanten dat de overheid naar voor schuift voor de onderhandelingen met de sociale partners, komt zelfregulering niet aan bod. De Vlaamse overheid heeft zich ook in de onderhandelingen met de sectoren duidelijk niet veel moeite getroost om de sectorale zelfregulering te promoten en te stimuleren, zoals gevraagd door de meerderheidsresolutie van het Vlaams Parlement.
Resultaat is dat zelfregulering geen enkele keer voorkomt in de analyse van de 33 sectorconvenanten: noch in de acties en al helemaal niet bij de resultaatsindicatoren. Hoewel elke convenant een resultaatsindicator moet opnemen rond diversiteit en discriminatie, zetten slechts 6 van de 189 resultaatsindicatoren op dat laatste in. De naar voor geschoven resultaatsindicatoren inzake discriminatie zijn louter inputgericht en erg weinig ambitieus geformuleerd.
Slechts 4 sectoren gaan een non-discriminatie code opmaken, doorgaans blijven discriminatieacties beperkt tot sensibilisering en vorming. Discriminatie wordt in veel sectoren herleid tot diversiteitsmanagement en HR-beleid dat vooral focust op de tekorten en drempels bij de kansengroepen zelf en niet op de organisatie- interne uitsluitingsmechanismen.
Uit de analyse van de sectorconvenanten kunnen we enkel concluderen dat de sectorale zelfregulering nergens aanslaat en volstrekt faalt. Zelfs in de ‘risico’- sectoren van de interim en dienstencheques, wordt de zelfregulering niet paritair uitgevoerd zoals voorzien in de parlementaire Vlaamse en federale resoluties. Uit het ‘akkoord over de aanpak in de dienstenchequesector’ , wordt duidelijk dat de sociale partners niet tot een akkoord zijn gekomen over het gezamenlijk organiseren van de mystery calls en praktijktesten. De werkgevers willen deze zelf en alleen organiseren zoals in de interimsector. Dat is dus niet zoals werd afgesproken in de resolutie.
Praktijktesten Nu roept de federale en Vlaamse overheid daarom op het geweer van schouder te veranderen. Na het falen van de sectoren moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen om binnen het kader van haar inspectiediensten zelf proactieve mystery calling en praktijktesten mogelijk te maken. Dat is trouwens ook de logica van de federale resolutie. Het is bovendien ook efficiënter, effectiever en transparanter. De situatie op de arbeidsmarkt is voldoende ernstig om eindelijk werk te maken van een handhavingsbeleid die naam waardig. Tijd om komaf te maken met de cultuur van straffeloosheid die ons competentiebeleid blijft ondermijnen en onze arbeidsmarkt ontwricht!
Infosessies Praktijktesten Nu
Het platform Praktijktesten Nu legt zich niet neer bij bovenstaande ontwikkelingen en zoekt meer steun voor haar eisen. We doen dit onder meer via vormingen in verschillende steden.
De eerstvolgende vindt plaats in Genk op 16 januari 2017 (zie ander nieuwsbericht).